Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Projecten 06-02-2020
Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Happel Cornelisse Verhoeven en Julian Harrap Architects legden bij de restauratie en verbouwing van Museum De Lakenhal de rijke historie van het gebouwencomplex bloot. Het resultaat is een schitterend ensemble waar de architectuurgeschiedenis tastbaar en leesbaar wordt gemaakt.
Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

De monumentale Laecken-Halle (1641) van stadsarchitect Arent van ’s-Gravesande was de plek waar het wereldberoemde Leids Laken werd gekeurd. Van ‘s-Gravesande, een van de belangrijkste architecten van de Gouden Eeuw, ontwierp het gebouw als een classicistisch stadspaleis, om de reputatie van de stoffen te weerspiegelen. Met de teloorgang van de textielnijverheid verloor het gebouw zijn functie van keurhal, om in 1874 te openen als museum van ‘voorwerpen van oudheid- en geschiedkundige waarde’. Het museum groeide gestaag: in1890 werd het uitgebreid met de “Harteveltzaal’, in 1922 opende de ‘Papevleugel.’ Het museum is hiermee maar liefst twee keer zo groot geworden, en beschikt over een zolderverdieping en een kelder voor de opslag van collectiestukken. Bijna honderd jaar later volgt de grondige verbouwing en restauratie (2016-2019) door Happel Cornelisse Verhoeven en Julian Harrap Architects, die van het diverse gebouwencomplex een logisch geheel maken. Een van de belangrijkste ingrepen daarbij is het vrijspelen van de voormalige ‘Achterplaetse.’

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Voorhof in Lakenhal

Een belangrijke aanleiding voor de verbouwing van Lakenhal was ook nu weer ruimtegebrek. Architect Anouk Sweringa van Happel Cornelisse Verhoeven: “Toen wij begonnen aan de opdracht in 2014 was het museum toe aan uitbreiding in de vorm van nieuwe zalen, kantoren en publieksruimtes. Daarbij was de vraag, waar de nieuwe entree moest komen. Wij hebben er in nauwe samenspraak met het museum en omwille van historische binding voor gekozen de oude entree te handhaven.” Het complex moest ook gerestaureerd worden. Happel Cornelisse Verhoeven benaderde hiervoor het Britse Julian Harrap Architects, gespecialiseerd in de restauratie van historische gebouwen. Samen maakten ze de bestaande museumgebouwen weer leesbaar, zonder daarbij de geschiedenis uit te wissen. Zo werd de ‘tijdelijke’ overkapping van het voorhof die daar 25 jaar was blijven zitten, verwijderd en de voorgevel gerestaureerd. Sweringa: “Alle decoratieve elementen aan de gevel waren dekkend wit geschilderd, deze oude verflagen zijn verwijderd. Een Engelse schilder heeft de elementen handgeschilderd met transparante minerale verf in een aantal lagen. Hiermee waren we in staat om het patina van het zandsteen in balans te brengen met dat van het metselwerk. Het gebouw werd weer een oud gebouw. De oorspronkelijke rode luiken zijn teruggebracht, en dienen meteen als zonwering.”
Happel Cornelisse Verhoeven ging voor het interieurontwerp van het museum op dezelfde zorgvuldige manier te werk: goed kijken naar wat er is en aansluiten op de rijke historie van het gebouw. Sweringa geeft een voorbeeld: “De vestibule van de Laecken-Halle, waar de entree en de museumwinkel zich bevinden, heeft een plafond van eiken balken. We hebben hier het meubilair zo rustig mogelijk gehouden, in een combinatie van eikenhout en messing. De vloer is van terrazzobeton dat qua kleur aansluit bij de bestaande kleuren.” In de museumwinkel is Nieuw Leids Laken te koop, ontworpen door een zestal kunstenaars waaronder Petra Blaisse, Claudy Jongstra en Mae Engelgeer. “Voor deze stoffen hebben we een speciale ‘stoffencaroussel’ ontworpen, geïnspireerd op de ‘boekencaroussel’ in de Bibliotheca Thysiana, ook een gebouw van Arent van ’s-Gravesande.”

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Achterplaats

Vanuit de lage vestibule met zijn donkere balkenplafond kom je op de voormalige ‘Achterplaetse’, een zee van licht. De plek waar vroeger de textielarbeiders wachtten tot hun stoffen waren gekeurd, kreeg een glazen overkapping en is nu een ruim hoog binnenplein. Hiermee kreeg het museum een centraal gelegen ontmoetings- en oriëntatieruimte van waaruit de verschillende gebouwdelen zichtbaar en toegankelijk zijn. Ontwerper Ankie Stoutjesdijk maakte voor de Achterplaats een groot wandkleed, dat het verhaal van de stad Leiden vertelt. Ze baseerde zich voor het ontwerp op de Grote Hagen-kaart uit 1670, een recente aanwinst van het museum. Omdat de Laecken-Halle als gebouw onderdeel uitmaakt van de museumcollectie, zijn bij de verbouwing de sporen van bijna 375 jaar gebouwgeschiedenis niet verwijderd, maar juist in het zicht gelaten. Zo is tegen de voormalige buitenwand van de Laecken-Halle nog de aanhechting van een trappenhuis te zien. Dit behoorde toe aan de Joristrap, die hier in de 19e eeuw vanuit de St.Joris-doelen naartoe was verhuisd. De monumentale trap is tijdens de verbouwing volledig ontmanteld en met de bijbehorende twaalf ‘gravenramen’ verplaatst naar de westzijde van de Laecken-Halle. Sweringa: “De trap was groen geschilderd met gouden accenten, die verf is verwijderd en de trap is nu weer ‘gehout’. Uit kleurhistorisch onderzoek bleek dat dit imitatieschilderwerk de originele afwerking was.”

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Schuilkerk

De zalen in de Laecken-Halle zijn voorzien van nieuwe geschouderde deurposten van eikenhout. Ze zijn een exacte kopie van de deuren die er in de 17de eeuw zaten, zoals de architecten die op archieftekeningen én in de collectie aantroffen. Daardoor zien ze eruit alsof ze er altijd hebben gezeten. Sweringa: “Toen het gebouw als museum dienst ging doen, zijn er op een gegeven moment grote boogvormige openingen gemaakt in de wanden, die niet pasten bij de schaal van de ruimtes. Wij hebben de oorspronkelijke lage deuropeningen weer teruggebracht. In de voormalige holte van de grote boog zijn de installaties weggewerkt én verhuisluiken opgenomen, waardoor grote collectiestukken toch nog verplaatst kunnen worden. Daar waar het kon is de oude houten vloer van brede planken gehandhaafd, op de verdieping liggen nieuwe, maar tweedehands planken.” Een van de ruimtes is gewijd aan een voormalige schuilkerk van het Elizabeth Ziekenhuis. Voor de restauratie was dit een donkere ruimte. De architecten hebben daglicht toegevoegd door metselwerk spiegelvlakken te vervangen voor ramen. Kunstenares Iemke van Dijk ontwierp vervolgens een glas-in-lood drieluik. Op de zolderverdieping van de Laecken-Halle bevindt zich de Van Breezaal, gewijd aan het Leids Ontzet. Ook deze is gerestaureerd, waarbij de installaties onzichtbaar zijn weggewerkt.

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Kleurenpalet

In de 19de eeuwse Harteveltzaal heeft het Laatste Oordeel (ca.1526-1527) van Lucas van Leyden een ereplaats gekregen tegen een koningsblauwe achtergrond. De fluweelachtige uitstraling van de wanden is te danken aan twee lagen minerale verf, die over elkaar zijn aangebracht. De manier waarop de kleuren zijn opgezet, is gebaseerd op een kleuronderzoek naar de kleuren van Rembrandt. Studio Maarten Kolk en Guus Kusters deden enkele jaren geleden dat onderzoek, en ontwierpen speciaal voor Museum De Lakenhal een Rembrandt kleurenpalet. Op de wand van de zalen kun je door middel van een klein ‘kleurentrapje’ zien welke kleuren er over elkaar zijn toegepast om het gelaagde effect te verkrijgen.
Maatwerk eiken kabinetten, ladenkasten en banken vormen een familie van meubelstukken, waartoe ook de ontvangst- en ticketbalie, de stoffentafel in de museumwinkel en de garderobemeubels behoren. In de Papevleugel bevinden zich op de begane grond de schilderijenzalen, de gele en de rode Papekamer en de entree van deze vleugel, met een statige trap naar de verdieping. De zalen boven, waar de collectie vroegmoderne kunst te zien is, kregen passend gestileerde lichtgrijze sokkels en vitrines. Een voormalige moderne kunstzaal op de begane grond van de Papevleugel is ingericht als auditorium, met dubbele eikenhouten deuren in verband met de akoestiek. Aleksandra Gaca heeft voor deze ruimte een akoestische wandbespanning ontworpen. Naast het auditorium ligt een educatie ruimte voor workshops en cursussen.

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Verhalen

Aan de westkant van het bestaande complex bevindt zich het nieuwe Van Steijngebouw, ontworpen door Happel Cornelisse Verhoeven. Deze uitbreiding van in totaal 2500 vierkante meter strekt zich telescopisch uit tussen de Oude Singel en de Lammermarkt, met op de begane grond zalen voor wisselexposities, het museumcafé en de expeditie. Op de verdiepingen is plaats voor de museumbibliotheek, kantoren en ateliers. De nieuwe zalen voegen 450 meter tentoonstellingsruimte toe. Sweringa: “Het bijzondere van de zalen is, dat de betonnen, constructieve schaaldaken de zalen ritmeren en zorgen voor extra hoogte.” De achterste zaal kreeg een groot rondboograam dat zicht biedt op de Lammermarkt.
Aan de kant van de Lammermarkt toont het geschouderde gebouw een opvallend gezicht dankzij de gevel met een patroon van getande kopstenen, een eigentijdse interpretatie van de baksteenarchitectuur van het bestaande complex. Sweringa: “Hiervoor zijn bakstenen gebruikt die speciaal voor dit project zijn gemaakt in Denemarken. Er zitten heel wat handgemaakte vormstenen in. Het uitgesproken metselwerkpatroon is een hedendaagse ornamentiek die verwijst naar het weven van de lakense stoffen. Hier hebben vakmensen aan gewerkt die heel nauwkeurig de ene steen op de andere hebben gepuzzeld.” Het gebouw aan de Lammermarkt is een werkgebouw voor het personeel van het museum. De personeelsingang en de expeditiedeur – met een patroonontwerp van Hansje van Halem – vormen samen een gepaarde toegangsboog.
Restauratie, uitbreiding en interieurontwerp smeden Museum De Lakenhal tot een geheel, waarin heden en verleden moeiteloos in elkaar grijpen. Architectuur, collectie en geschiedenis versterken elkaar en vertellen zo samen de vele verhalen van het museum.

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

www.hcva.nl
www.julianharraparchitects.co.uk

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

(Tekst: Eva Vroom – Fotografie: Karin Borghouts)

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

LEGENDA
Opdrachtgever Gemeente Leiden
Architecten Happel Cornelisse Verhoeven, Julian Harrap Architects
Interieurarchitect Happel Cornelisse Verhoeven
Uitvoering interieur Brandwacht en Meijer, Bronnenberg, Oostendorp
Losse meubelen o.a. Dietiker/Bero Agencies
Lichtontwerp Beersnielsen Lichtontwerpers
Grafisch ontwerp Karen Polder grafisch ontwerpen
Concept scenografie Team Museum De Lakenhal
Wandbespanning Auditorium Aleksandra Gaca
Glas in lood Schuilkerk Iemke van Dijk
Wandtapijt Achterplaats Ankie Stoutjesdijk
Expeditiedeur Lammermarkt Hansje van Halem
Rembrandt kleurenpalet Studio Maarten Kolk & Guus Kusters
Nieuw Leids Laken (winkel en museum café) o.a. Petra Blaisse, Claudy Jongstra, Mae Engelgeer
Adviseur constructie Van Rossum Raadgevende Ingenieurs
Adviseur installaties en bouwfysica Arup
Adviseur akoestiek LPB/Sight
Aannemer IBB Kondor, Koninklijke Woudenberg

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog

Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog
Museum De Lakenhal: De architect als archeoloog